In de vakantie is er meer tijd voor lezen. Drie boeken hebben deze zomer mijn gedachten verrijkt. Niet geheel spontaan overigens. Het ene boek nodigde uit tot het volgende en het tweede leidde naar het derde. De rode draad in de onderwerpen is de visie op  burgerschapsvorming. 

In maart verscheen een E-book van Claire Boonstra, ‘Onderwijs van A naar Beter – Naar een nieuw denkkader in educatie. Opleiden tot burgers van één wereld. Het was vooral die laatste toevoeging die mijn belangstelling aanwakkerde. De belofte van een nieuw denkkader klonk mij iets te pretentieus.

Zij opent haar boek met de insteek dat zij nieuw is op dit terrein. Ik kon mij na lezing niet aan de indruk onttrekken dat zij meent dat dit onderwerp voor iedereen nieuw is. Ik miste in haar werk aansluiting en verwijzingen naar eerdere denkers over onderwijs. In haar verhaal komen onderwerpen langs als 21st century skills, collectief versus individueel, hiërarchisch of gelijkwaardig. Thema’s die er zeker toe doen in de onderwijsdiscussies over burgerschap en persoonsvorming, maar het ontbreken van een verbinding met andere en eerdere denkers legde, naarmate ik vorderde in het e-book, een steeds groter gewicht in de schaal en ik eindigde met een verlangen naar beter gefundeerde verhalen. Dank Claire voor je gedachten, maar voor het doordenken van onderwijsvragen met betrekking tot de maatschappelijke waarde van ons onderwijs, burgerschapsvorming en persoonsvorming voldoet het niet. Zo kwam ik uit bij Gert Biesta en Martha Nussbaum.

Nussbaums Cultivating Humanity is een pleidooi voor diversiteit en voor multicultureel burgerschapsonderwijs. Het draagt de sporen van de jaren ‘90 en ’00 met een optimistische perceptie van multiculturaliteit. In haar boek bespreekt zij een aantal good practices van colleges in de Verenigde Staten. Nussbaum ziet drie opdrachten voor onderwijs waarbij persoonsvorming centraal staat:

-1. Leer de leerlingen zichzelf kennen. Dan gaat het niet over de eigen identiteit, wie je bent, maar over hoe je over komt op de ander. 

-2. Leer hen dat zij onderdeel zijn van een veelkleurige samenleving

-3. Leer hen zich te verplaatsen in de ander

Haar denken is doorspekt met verwijzingen naar de klassieke denkers, waarbij zij vooral voor Socrates ruim baan maakt. De socratische vragen nodigen leerlingen uit tot zelfreflectie en zelfinzicht. In haar werk viel mij op dat zij grote nadruk legt op de complexe rol van de docent als gids in dit proces. 

Docenten moeten leerlingen uitdagen tot zelfonderzoek. Leer leerlingen zelfstandig denkende mensen te worden, ongeacht hun niveau. Het heeft geen zin om op school vóór hen te denken en hen regels en wijsheden voor te houden. Straks zijn wij er niet meer bij en dan moeten zij zelf tot afwegingen kunnen komen. Leer hen dus socratische vragen stellen. Onmisbaar hierbij is de docent. 
Zij gaat uitvoerig in op de trend dat lesgeven dreigt te verworden tot het faciliteren van zelfstandig te volgen leerroutes. Zij werpt de interessante vraag op aan docenten: “Doe jij er eigenlijk nog toe?” Volgens Nussbaum kan (burgerschaps)onderwijs niet via zelfinstructie of digitale, gedifferentieerde modules. Die leiden in haar ogen tot een vormingsvacuüm. Ook waarschuwt zij voor huisvlijt van docenten. Eigen materiaal is vaak onvoldoende complex. Als scholen hiervoor al ruimte moeten bieden, facilliteer die docenten dan met ondersteuning door specialisten (filosofen). 

Die nadruk op de rol van docenten en wat goed docentschap is, leidde naar Biesta. De titel van zijn jongste studie  – Rediscovery of Teaching – is niet mis te verstaan. Hij filosofeert over de rol van de docent bij persoonsvorming. Zijn studie voerde mij naar de kern van de moderne vragen over onderwijs  > zie blog: Vakantielezen – over Doceren 2/3 & 3/3)